Augustus 2002. Franse Hoogtepunten Deel 1
Moto73 januari 2003
Een jaar eerder (juni 2001) probeerde ik enkele vd indrukwekkendste onverharde routes maar moest overal terugdraaien wegens onoverkomelijke sneeuwhindernissen. Ik was wel zwaar onder de indruk van de lagere passages die ik wel kon rijden. Een lang weekend half augustus was ideaal om sneeuwvrij te rijden op onverharde routes van 2700, 2800 en 3000 meter hoogte...
(n.v.d.r. 2019) Zoals bij andere oudere verhalen kon ik ook hier veel extra foto's van latere reizen toevoegen.
Afgelopen zomer had mijn R1100GS na 167.000 trouwe kilometers twee revisies verdiend. Een kromme schakelvork werd vervangen en de achtervering werd gereviseerd en verzwaard. In totaal goed voor 675 euro. Nu schrijf je deze kosten theoretisch af over de reeds afgelegde kilometers…
Ik ging echter voor het mechanisch rendement en dat ligt nu juist in de toekomst. Wat er nieuw inzit moet zich nog bewijzen! Dit was één van de redenen waarom ik donderdagmorgen om half 6 vertrok voor een 4-daagse trip naar de Franse Alpen.
Daar had ik drie concrete doelen voor ogen. Namelijk de Col du Parpaillon, de Pointe Sommeiller en de Monte Jafferau. Op de eerste twee moest ik in juni 2001 onverrichter zake terugkeren. Zo vroeg op het seizoen zijn zulke onverharde passen van 2700 meter hoogte namelijk nog niet sneeuwvrij.
De Metzeler Tourance vooraan had al 16.200 km op zijn conto staan, wat ik al een respectabele prestatie vond. Ik avontuurde het toch om hiermee nog te vertrekken, maar nam veiligheidshalve een frissere band en bandijzers mee.
Col du Parpaillon.
Enkel tussen half juli en begin september is de onverharde Parpaillon berijdbaar tot de top. De 500 meter lange tunnel op 2788 meter, is op zich nog een apart gegeven. Als op de flanken de sneeuw gesmolten is kan er in de tunnel nog steeds ijs liggen. Zoniet zijn er nog grote plassen. Veel hangt af van het weer. Het weekend van 15 tot 18 augustus viel perfect binnen deze klimatologische beperkingen.
Chris, de vorige eigenaar van mijn fiets en momenteel op 1150 GS, was voor een volledige week in Zuid Frankrijk. Na 1135 Km op 13 uur tijd ontmoette ik hem in Ceillac nabij Guillestre. Van hieruit vertrokken we vrijdagmorgen naar St. Anne La Condaminé gelegen aan de voet van de Parpaillon.
Zodra we zicht kregen op de zuidoostelijke flank zagen we dat er geen sneeuw meer lag en dat er niet te veel wandelaars waren.
De GS is een fantastisch gewillige machine om zulke onverharde passen te bedwingen. Hij vraagt slechts een minimum aan stuurmanskunsten. Als ik te laag in toeren een hindernis wil nemen slaat het blok terecht af. De motorfiets kantelt naar binnen en smijt mij in een schouderrol. Een kapotte richtingaanwijzer maakte mij er verder attent op dat ik ook mijn deel van de inspanningen moet leveren.
Tunnel du Parpaillon.
De ingang van de tunnel blijft tot het allerlaatste moment onzichtbaar. De laatste kilometers waan je je trouwens in een maanlandschap. De staalblauwe hemel en het uitzicht op La Grande Combe (2938m) herinneren je slechts vaag aan het aardse van deze uitstap.
Aan de tunnelingang zagen we nog net een normale personenwagen tevoorschijn komen. De brave vijftiger was zonder problemen door de tunnel gereden. De mening van een Duitse Fundurorijder die 15 jaar geleden een eerste maal door de tunnel reed : “Jetz ist es ja ein Autobahn !” De tunnel du Parpaillon bleek dit weekend een makke onverharde doch onverlichte tunnel te zijn. Een kleine teleurstelling maakte zich van ons meester. Daar stond ik dan met mijn tweede paar stapschoenen om door kniediepe plassen die duivelse tunnel te doorwaden …
Onze passage op twee wielen loopt probleemloos. Je neemt ook weinig initiatief om te stoppen en te genieten van het uitzicht. Echt geruststellend vind ik het nooit in zo'n ruwe en rauwe tunnels.
Zonder concrete info van een recente passant lijkt het mij aangeraden om de tunnel eerst te voet te verkennen. Als er halverwege ijs zou liggen is het niet meer zo evident om behouden de andere kant te bereiken. Zeker als je in acht neemt dat de tunnel halverwege nog ruw gedynamiteerd en onafgewerkt is. Tegen de uiterst ruwe wand kan je aanzienlijke schade oplopen, zowel mechanische als lichamelijke.
In 2009 bracht ik Jelle per auto mee naar de Alpen. We gingen enkel naar de Parpaillon zuidflank kijken, beetje vliegeren in de weide naast het bruggetje beneden. Tot ik na een uurtje toch besliste om eens te kijken hoe hoog we kunnen rijden per auto. Uiteindelijk lukte het om de top te bereiken. Tot mijn eigen grote verbazing. En zeker ook van de zwaar uitgeruste Land Rover Discoveries die een deuk in hun ego kregen door die Belg met z'n Volvo S70
Col de Valbelle
We dalen de Noord Westelijke flank zonder problemen af en nemen in La Chalp een snack. Vlakbij ligt de Col de Valbelle met een pashoogte van 2372 meter. Het was heel onduidelijk of we wel op het juiste pad zaten maar het was alleszins mooi genoeg om te blijven rijden. Dus werden er verder geen vragen gesteld.
Deze Col was heel mooi en had iets van een gemotoriseerde wandeling. Geen technische moeilijkheden. Rustig cruisen tegen 40 Km/Hr en genieten van het landschap. Afdalen deden we richting Risoul. Overduidelijk door skigebied. Op het laatste, verharde gedeelte trapte ik voor de tweede maal door de achterrem. De eerste keer was donderdagavond bij de afdaling van de Col d’Izoard richting Ceillac.
Remolie trekt water aan. Bij sportief of intensief gebruik kan het voorvallen dat het minimale aandeel water in je remolie, begint te koken. Dan kan je je remmen wel vergeten. Op de Izoard controleerde ik of het geen lekke leiding was. Met een achterband onder de olie wordt het heel link rijden. Geen lek te vinden dus moest het wel oververhitte olie zijn. Bij de afdaling naar Risoul bleek dat de remwerking na een kwartier normaal gebruik wegviel. De Parpaillon was ik zonder achterrem afgedaald. Ik wist nu dat ik er enkel in noodgevallen even een beroep op kon doen. Ik neem me bij deze voor om de remolie twee maal per jaar te vervangen. (2019 n.v.d.r. Later liet ik stalen remleidingen monteren en stapte over op DOT5 remolie met hoger kookpunt)
De klim tot aan de tunnel per Volvo blijft mezelf ook verbazen. In september 2016 was de zuidflank zelfs op de GS "handen vol". Elke onverharde route wordt elk jaar zwaarder. Maar soms ligt een piste dan weer makkelijker op het einde vd zomer; na de passage van vele avontuurlijke fietsers, motorrijders en jeepers. Echter niet merkbaar in september '16
Lees verder : Franse hoogtepunten deel 2
Who is Big Mike? | Een kleine toelichting over mezelf. |
Sitemap | Reisroute door m'n site. |
Nieuws | Laatste aanpassing: voorjaar 2019 |
Copyright Big Mike Belgium : Gebruik van foto's of het plaatsen van een link naar deze site; enkel na schriftelijke toestemming ! |