1993, 33-passentoer, deel 3
Weekje vakantie met een gehuurde BMW R1100RS

3-Landenpunt

Woensdagmorgen was ik wederom de eerste klant aan de ontbijttafel en kort na acht uur werd al de bagage terug vastgesjord. Vandaag koerste ik zuid-west richting drielandenpunt : Zwitserland, Frankrijk en Italië.
Gedurende 130 km was de jonge Rhône mijn reisgezel tot in Martigny. Hier gaat de Rhône noordwaarts naar het meer van Genève, officiëel Lac Leman. Ik deed enkele inkopen in Martigny en ging daarna via de cols Forclas en Montets naar Chamonix.
Deze ochtend was het in de Rhône vallei heel warm. In de buurt van Chamonix kwamen echter de wolken weer opzetten. Ik wandelde even door de dorpskern, kocht wat postkaarten en werd bij het buitenrijden onthaald op een verschrikkelijke regenbui.
Onder een afdakje deed ik mijn RAINMAN-uniform nog eens aan en beschermd door een regenoverall, rubberen laarzen en dito handschoenen ging ik de uitdaging van de weergoden aan. Het zicht was soms minimaal, mede door de vele camions uit de Mont-Blanc tunnel. Na een uur hield de stortregen op en ondergetekende was nog altijd droog. Driewerf hoera.
Het laatste mooie stukje voor vandaag is de D218 en D217 tussen Flumet en Bourg-St-Maurice. De Cormet de Roseland was de eerste pas waar ik geen enkele andere motorrijder tegenkwam. Eindelijk een col voor mij alleen.
De natuur laat zich ook hier van haar mooiste kant zien en verstopt de weg zodanig dat je onmogelijk snel kan rijden. Alsof de natuur alle aandacht voor zich opeist; een teken dat je moet respecteren. Dit was ook weer een col die duidelijke herinneringen achterliet.

1993, Pashoogte Cormet de Roseland, 1968 meter 2002, Pashoogte Cormet de Roseland Stuwmeer, Cormet de Roseland

Col de l'Iséran, 2770 meter

Het VVV-kantoor van Bourg-St-Maurice leerde me dat er bij de Barrage de Tignes een jeugdherberg is en na een telefoontje had ik de zekerheid dat er nog plaats was. De Barrage de Tignes is gekend vanwege het grote schilderij op de damwand. Dit reusachtig mansfiguur kan je van 2 km afstand duidelijk zien.
Later op de avond zal ik in de jeugdherberg vernemen dat dit stuwmeer, Lac du Chevril, eens in de 10 jaar wordt leeg gelaten. De mensen uit Tignes kunnen dan hun oude dorp op de bodem van het meer bezoeken.
Rare jongens die Fransen.Het dagtotaal was 373 km.

Donderdag al weer. Nog 3 dagen resten mij en mijn trouwe RS. De machine heeft me tot hier toe al 2.325 km rijplezier geschonken en heeft daarbij nog geen slag verkeerd gegeven.Tijdens bergritten lag het verbruik tussen 5.5 en 6 liter op 100 km(1 op 18). Zo kom je al eens 335 km ver met net geen 20 liter.
De jeugdherberg bevindt zich op 1810 meter hoogte en zodoende moest ik nog maar de helft van de Col de l'Iseran verder beklimmen. Rond het stuwmeer hingen nog enkele wolken, maar verderop was het zicht gelukkig beter. Voorbij Val d'Isère werd het landschap desolater en de temperatuur zakte gestaag.
Op de top schatte ik het amper boven het vriespunt. De ijzige noorderwind maakte dat ik na 15 minuten bovenop Europa's één na hoogste verharde pas de boel voor bekeken hield en aan de afdaling begon.
De plaquette op de pashoogte van 2770 m, leert ons dat het 20 jaar heeft geduurd alvorens de weg voltooid was. Begrijpelijk als je weet dat er eind juni nog voldoende sneeuw lag om te skiën.
Onder zulke omstandigheden een nieuwe weg aanleggen is een waar huzarenstukje.Later tijdens de afdaling zou ik nog een gedenksteen vinden voor een ingenieur van Bruggen en Wegen die bij de aanleg het leven verloor. Net voorbij de pashoogte slaag ik er ook in een bergmarmot te fotograferen. Deze diertjes vind je veel op deze hoogtes. Met hun dikke pels leven zij zonder problemen in deze sneeuwmassa's en bijhorende vrieskoude.

Op de zuidelijke afdaling passeer je de Pont de la Neige en verderop het "middeleeuwse" dorpje Bonneval sur Arc. Op 1835 m hoogte en met zo'n 250 inwoners geniet dit dorpje van de bescherming van de omringende bergen die allen minstens 3000 m hoog zijn. Een bezoekje zeker waard. Op aanvraag van de bewoners doe je dit te voet en dat is maar best ook. Zo ervaar je het beste de rust die uitstraalt van deze omgeving.

Meer dan voldoende sneeuw, toen in 1993... 1993, Col de l Iseran 1993, Col de l Iseran plaquette

2002 Col de l Iseran 2007, geen spoor meer van de plaquette?! Bergmarmot

Col de l Iseran zuidflank, Pont de la neige Bonneval sur Arc, met een klein rond vijvertje (tourist trap)

Galibier

Na 14 km afdaling ontwaar je het "middeleeuwse" dorpje Bonneval sur Arc. Op 1835 m hoogte en met zo'n 210 inwoners geniet dit dorpje van de bescherming van de omringende bergen die allen minstens 3000 m hoog zijn. Een bezoekje zeker waard. Op aanvraag van de bewoners doe je dit te voet en dat is maar best ook. Zo ervaar je het beste de rust die uitstraalt van deze omgeving.
Bovenop de Galibier vind ik een orientatietafel en voor de eerste keer deze week is het weer dermate gunstig dat ik eindelijk eens in de verte kan turen. Het spreekt voor zich dat zo'n orientatietafel pas tot z'n recht komt als je onbeperkt zicht hebt. Hier kon ik dus genieten van het indrukwekkend zicht op de omliggende Alpentoppen.
Na de Galibier volgden de Col du Lautaret en de stad Briançon. Briançon is bekend van de Cité Vauban, de oude vesting die de kern van de stad vormt.Vanuit Briançon stuur ik richting Col d'Izoard. Op mijn vorige Alpentrip liet deze Col bij mij de indruk na van een sprookjesbos. Ook nu verwachtte ik achter elke boom een groepje trollen of een mooie fee.
Bovenop deze Col bevindt zich een wielrennersmuseum,of is het een bedevaartsoord? Deze pas kostte namelijk het leven aan Fausto Coppi en een zekere Bobet. Gedenkstenen en bloemen herinneren ons hieraan iets ten zuiden van de pas.

2004 Galibier zonder zon

Lees verder : 33 passen toer deel 4

Who is Big Mike? Een kleine toelichting over mezelf.
Sitemap Reisroute door m'n site.
Nieuws Laatste aanpassing: voorjaar 2019
Copyright Big Mike Belgium : Gebruik van foto's of het plaatsen van een link naar deze site; enkel na schriftelijke toestemming !